Hieronder een renteschema, waarin financieringsbehoefte en rentelasten/-baten zijn weergegeven. Er wordt een doorkijk geboden voor de jaren 2021-2024.
Renteschema begroting 2021 (x €1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1-1-2020 | 1-1-2021 | 1-1-2022 | 1-1-2023 | 1-1-2024 | ||||||
Financieringsbehoefte | ||||||||||
Boekwaarde per 1 januari: | ||||||||||
Conform staat van geactiveerde kapitaaluitgaven | 36.937 | 56.295 | 54.052 | 51.944 | 49.876 | |||||
Investeringsprogramma 2020-2023 | 1.927 | 7.783 | 8.068 | |||||||
Onderuitputting | -7.150 | -2.000 | -2.000 | -2.000 | ||||||
Grondexploitaties, in exploitatie genomen plannen | 2.153 | 2.116 | 905 | 964 | 934 | |||||
Totaal boekwaarde investeringen | 39.090 | 51.261 | 54.884 | 58.691 | 56.878 | |||||
Financiering met langlopende gelden saldo 1-1 | 15.991 | 14.056 | 22.121 | 29.686 | 26.751 | |||||
Vaste geldlening looptijd 20 jaar | 10.000 | 10.000 | ||||||||
Financiering met eigen middelen | 23.100 | 27.205 | 22.763 | 29.005 | 30.127 | |||||
Saldo reserves en voorzieningen | 28.017 | 23.399 | 22.074 | 21.137 | 20.411 | |||||
Best res budgetoverheveling | 1.300 | 1.300 | 1.300 | 1.300 | ||||||
Financieringsoverschot c.q. tekort (-) | 4.917 | -2.506 | 611 | -6.568 | -8.416 | |||||
Rentelasten/baten: | ||||||||||
Langlopende leningen | 641 | 610 | 580 | 497 | 411 | |||||
Nieuwe geldlening | ||||||||||
Rentebaten | -16 | -9 | 0 | 0 | 0 | |||||
Kortlopende gelden geen rentelasten | ||||||||||
Totaal rentelasten | 625 | 602 | 580 | 497 | 411 | |||||
Omslagpercentage: rentelasten/boekwaarde x 1% | 1,5984% | 1,1736% | 1,0561% | 0,8462% | 0,7229% | |||||
Rente op basis omslagpercentage | 782 | 2,0% | 769 | 1,5% | 823 | 1,5% | 880 | 1,5% | 853 | 1,5% |
Saldo treasury | 157 | 167 | 244 | 384 | 442 |
In bovenstaand schema staat de financieringsbehoefte voor de komende jaren. De boekwaarde van de activa daalt door de jaarlijkse afschrijvingen. Op de vaste geldleningen lossen we € 1,9 miljoen per jaar af. Voor de komende jaren gaan we investeren. Door de aflossingen en de nieuwe investeringen moeten we in 2021 nieuwe geldleningen aantrekken. Hiervoor is € 20 miljoen opgenomen tegen een rente van 1%. Ook na het aantrekken van de nieuwe lening is sprake van een financieringstekort. Als in 2021 blijkt dat dit tekort structureel is verhogen we het bedrag van de vaste geldlening. Vooralsnog gaan we uit van financiering van het tekort met kasgeldleningen. De rente over de kasgeldleningen is nihil. Voor dit tekort zijn daarom geen lasten opgenomen.
De rente die we betalen over de bestaande vaste geldleningen ligt gemiddeld net boven de 4%. Vervroegde aflossing is niet mogelijk. De werkelijke rentelasten omgeslagen over het totaal aan activa komt voor 2020 uit op een omslagpercentage van 1,56%. Het BBV staat toe om dit naar boven af te ronden op een veelvoud van een 0,5%. In de begroting is bij de toerekening van de rente aan de taakvelden uitgegaan van een omslagrente van 2%, dit berekend over de boekwaarde per 1 januari van de activa behorende bij het taakveld. Door de jaarlijkse aflossingen van de leningen dalen de rentelasten. Voor de nieuwe lening in 2021 is uitgegaan van een rentepercentage van 1% wat lager is dan de omslagrente. Over het resterende financieringstekort is geen rente berekend, waarmee de omslagrente na 2020 verder daalt en de omslagrente van 2% weer verlaagd kan worden. Met uitzondering van de toegerekende rente aan de gesloten exploitaties heeft dit geen invloed op het begrotingsresultaat. Tegenover de lagere kapitaallasten op de taakvelden staat een lager voordelig saldo op het taakveld treasury.