Begroting 2021

Algemeen

Van voorjaarsnota naar begroting

PROGRAMMA "ONDERWIJS EN KINDEROPVANG"

Bijstelling krediet nieuwbouw Kind Expertise Centrum (KEC) Bij vaststelling van de begroting 2020 is het krediet beschikbaar gesteld voor de nieuwbouw van het KEC. Bij bepaling van het krediet zat de bouwsector in een hausse waardoor een grote kostenstijging werd verwacht. Door de stikstofcrisis en Covid-19 crisis is de situatie in de bouwwereld volledig veranderd. De aanbesteding van de nieuwbouw van het KEC is zeer gunstig uitgevallen. In de 2e trimesterrapportage 2020 is een verlaging van het krediet met € 1 miljoen opgenomen.

PROGRAMMA "SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJK WERK"

Indexering kosten jeugdzorg en WMO Medio 2019 zijn op regionaal niveau afspraken gemaakt over de jaarlijkse indexering van de vergoedingen c.q. tarieven aan de zorgaanbieders voor maatwerkvoorzieningen voor het jaar 2021. De indexering wordt berekend op basis van het OVA-percentage (overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling) en kan dus jaarlijks fluctueren.

PROGRAMMA "RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING"

Grondexploitaties De doorlooptijd van het plan Gennepermolen is met één jaar verlengd, tot en met 2021. De inzet van de organisatie voor dit plan wordt doorberekend aan de planexploitatie en daarmee een onderdeel van de kostprijs van de te realiseren grondopbrengst.

PROGRAMMA "DIENSTVERLENING"

Verhoging leges met inflatiepercentage In lijn met verhoging van de OZB, met het inflatiepercentage van 2,7%, passen we ook de tarieven van de leges en overige belastingen met dit percentage aan.

Leges reisdocumenten Op basis van door de rijksoverheid aangeleverde ervaringscijfers verwachten we in 2024 een incidentele toename van de afgifte van reisdocumenten omdat dan de eerste termijn van de geldigheidsduur van 10 jaar voor de reisdocumenten afloopt.

PROGRAMMA "BESTUUR EN ORGANISATIE"

Hogere kosten licenties Voor verdere automatisering van de werkzaamheden neemt het aantal applicaties toe. Daarnaast stijgen de kosten van de jaarlijks te betalen licenties voor software.

PROGRAMMA "GEMEENTEFINANCIËN"

Areaaluitbreidingen belastingen Door nieuwbouw van woningen en bedrijfsgebouwen stijgt de waarde van het onroerend goed en daarmee de opbrengst OZB.

Dividend Enexis In 2023 begint een nieuwe reguleringsperiode voor de vaststelling van de tarieven die Enexis mag doorberekenen, waarvan de verwachting is dat dit leidt tot een lagere winst en dividenduitkering. In de meerjarenbegroting 2020-2023 is deze daling vanaf 2023 verwerkt, waarbij is uitgegaan van een dividend van € 0,50 per aandeel. Voor de jaren 2021 en 2022 was nog een dividend opgenomen van € 0,67 per aandeel. Door de hogere kosten van de energietransitie staat het resultaat van Enexis onder druk en heeft de provincie in haar jaarlijkse brief met aandachtspunten voor de begroting geadviseerd om ook voor de jaren 2021 en 2022 uit te gaan van een dividend van € 0,50 per aandeel.

Dividend BNG De dividenduitkering van de BNG over 2019 is € 1,27 per aandeel. Over 2018 was deze € 2,85 per aandeel. In de jaarlijkse brief met aandachtspunten voor de begroting adviseert de provincie om in de begroting 2021 en volgende jaren uit te gaan van het dividend over 2019.

Algemene uitkering gemeentefonds Op basis van de zogenaamde mei circulaire over de algemene uitkering uit het gemeentefonds is een berekening gemaakt van de te verwachten uitkering voor de komende jaren. Het accres voor 2021 en 2022 is positief bijgesteld t.o.v. de septembercirculaire 2019. Dit komt voornamelijk door hogere compensatie voor de loon- en prijsontwikkeling. Samen met hogere uitgaven van de Rijksoverheid zorgt dit voor hogere accressen in 2021 en 2022. Vanaf 2023 is het accres verlaagd door verlaging van de zorguitgaven op de Rijksbegroting. Voor de jaren 2021 en 2022 levert dit een voordelig effect op, vanaf 2023 een nadelig effect. Naast het effect op het saldo krijgen we een hogere uitkering voor compensatie loonstijgingen, 2021 € 285.000, vanaf 2022 € 450.000. Deze middelen zijn nodig voor het opvangen  van de hogere salariskosten door CAO ontwikkelingen en stijging pensioenpremie. De herijking van het gemeentefonds is niet verwerkt. Het rijk heeft de herijking met een jaar doorgeschoven naar 2022.

Rente geldleningen Door de toegenomen investeringen was in de meerjarenbegroting 2020-2023 rekening gehouden met het afsluiten van nieuwe geldleningen tot een totaalbedrag van € 20 miljoen, dit tegen een rente van 1%. De huidige kapitaalmarkt is zo gunstig dat we de rente voor deze nieuwe leningen  verlagen naar 0,5%. Voor de in de Voorjaarsnota opgenomen investeringen waren ook rentelasten opgenomen waarbij nog uitgegaan was van een rente van 2%.
Het aantrekken van € 20 miljoen aan leningen voorziet niet volledig in de meerjarige financieringsbehoefte. Uitgangspunt is dat wij dit tekort financieren met kortlopende geldleningen waarvan de rente nihil of zelfs negatief is. Voor dit financieringstekort zijn daarom geen lasten opgenomen. De totaal te betalen rente wordt toegerekend aan de taakvelden op basis van de boekwaarde van de investeringen voor dat taakveld, dit leidt tot het zogenaamde rente omslagpercentage. Voor 2021 is het renteomslag percentage 1,5% (2020 2%).

Kapitaallasten en onderuitputting De kapitaallasten zijn opnieuw doorgerekend naar de actuele stand van de investeringen. Het krediet voor de bijdrage reconstructie N271 was nog opgenomen voor € 350.000. In de Voorjaarsnota 2019 was al aangegeven dat de kosten voor de gemeente lager zouden uitvallen. Ook is nu bekend dat wij voor de bijdrage een subsidie van de provincie krijgen. Het krediet is na aftrek van de subsidie verlaagd tot per saldo € 150.000. Vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar van de investeringen wordt de volledige  afschrijving begroot. Bekend is al, dat niet alle in 2020 geplande investeringen volledig zijn uitgevoerd, waardoor in 2021 minder afschrijvingslasten ontstaan. Dit geldt voor de kredieten nieuwbouw KEC, bijdrage reconstructie N271, maatregelen Zwarteweg en  investeringen in de gemeenschapsaccommodaties.

Samenvattend

Na verwerking van bovenstaande bijstellingen is de stand van de begroting:

Stand begroting voor verwerking maatregelen

2021

2022

2023

2024

Stand Voorjaarsnota

-348.000

-541.000

-374.000

-192.000

Autonome bijstellingen

375.000

267.000

99.000

169.000

Tussenstand begroting

28.000

-274.000

-275.000

-23.000

Het saldo van de meerjarenbegroting is negatief waardoor bijstellingen nodig zijn om te komen tot een sluitende begroting.

In onderstaand overzicht zijn de bijstellingen opgenomen:

Bijstellingen om te komen tot een sluitende begroting

2021

2022

2023

2024

Bijstelling krediet opknappen overige wijken

16.000

16.000

16.000

16.000

Verharden fietspaden

18.000

18.000

18.000

Aanplant bomen

10.000

10.000

10.000

Maatregelen biodiversiteit

20.000

30.000

50.000

Nieuwbouw sporthal

40.000

40.000

40.000

Totaal

16.000

104.000

114.000

134.000

Krediet opknappen overige wijken Naast een krediet voor het opknappen van de Pottenhoek is bij de financiële vertaling van het collegeprogramma een krediet beschikbaar gesteld van € 500.000 voor het opknappen van overige wijken. Van dit krediet wordt € 100.000 ingezet voor het opknappen van het centrum van de kern Gennep, vergoedingen aanpassing gevels. Voor het overige zijn er op dit moment geen concrete plannen voor het opknappen van wijken. Handhaven van het krediet leidt tot onnodige budgetoverhevelingen bij de jaarrekening. Daarom wordt voorgesteld het krediet nu te verlagen met € 400.000 waardoor de afschrijvingslasten met € 16.000 dalen.

Verharden fietspaden Voor het verharden van een aantal fietspaden is in de Voorjaarsnota 2020 een investering van € 180.000 opgenomen (jaarlijkse afschrijving € 18.000). Bij de behandeling van de Voorjaarsnota in de raad werd de noodzaak van deze maatregel ter discussie gesteld. Deze investering hebben we daarom niet in de begroting 2021 opgenomen.

Aanplant bomen Voor aanplant bomen is in de Voorjaarsnota 2020 structureel € 10.000 opgenomen. Door u is bij de behandeling van de Voorjaarsnota aangegeven dat dit geen prioriteit heeft. Vanaf 2022 zijn de in Voorjaarsnota gevraagde extra middelen daarom niet opgenomen in de begroting. Het bedrag van € 10.000 handhaven we wel voor het begrotingsjaar 2021. Vooral voor de aanplant van bomen binnen de bebouwde kom is extra geld nodig. Deze middelen zetten we bovendien in als cofinanciering bij een subsidieaanvraag in het kader van het provinciale 1 miljoen bomenplan.

Maatregelen biodiversiteit Het probleem van de eikenprocessierups wordt op twee manieren bestreden. Enerzijds wordt de preventieve en curatieve bestrijding uitgevoerd (door de Nationale Bomenbank) om de hinderlijke overlast beheersbaar te maken. Anderzijds willen we meer inzetten op een lange-termijn-oplossing die werkt aan de onderliggende oorzaak door te investeren in biodiversiteit. Daarvoor liggen goede kansen in het aanpassen van het maaibeheer, vooral in de bermen. Om te komen tot een sluitende begroting is de in de Voorjaarsnota opgenomen structurele verhoging van € 50.000  omgezet tot een incidentele verhoging van € 50.000 in 2021 en daarna aflopend naar 0 in 2024. De verwachting is dat de benodigde kosten voor bestrijding van de eikenprocessierups hierdoor op termijn ook af zullen nemen en dat de aanpassingen na die overgangsperiode zijn opgenomen in het regulier beheer.

Nieuwbouw semi permanente sporthal In de Voorjaarsnota was voor de kosten van de bouw en exploitatie van de nieuwe sporthal jaarlijks een bedrag van € 250.000 opgenomen. Op basis van actuelere gegevens over de bouwkosten van de sporthal kan dit bedrag verlaagd worden naar € 210.000.

Stand begroting na verwerking bijstellingen

2021

2022

2023

2024

Tussenstand begroting

28.000

-274.000

-275.000

-23.000

Totaal bijstellingen

16.000

104.000

114.000

134.000

Stand begroting

44.000

-170.000

-161.000

111.000

Na verwerking van bovenstaande mutaties zijn de saldi voor de jaren 2021 en 2024 positief. De jaren 2022 en 2023 hebben nog een tekort. Op basis van het uitgevoerde verdiepingsonderzoek houdt de provincie voor de gemeente Gennep repressief toezicht. Als het begrotingsjaar niet structureel en reëel in evenwicht is dient aannemelijk te zijn dat het evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren maar uiterlijk in 2024 tot stand wordt gebracht. In 2024 hebben we evenwicht (een positief saldo) in de begroting. Met de nu voorliggende  meerjarenbegroting houden we repressief toezicht.

Samenvatting meerjarenbegrotingssaldi

Jaar

2021

2022

2023

2024

Saldo

44.000

-170.000

-161.000

111.000

Exploitatietekorten komen ten laste van de algemene vrije reserve, de batige exploitatiesaldi komen ten gunste van de algemene vrije reserve.

Voor de beoordeling van een structureel en reëel evenwicht van de begroting worden de incidentele lasten en baten en structurele aanwendingen van reserves, met uitzondering van aanwendingen bestemmingsreserve dekking kapitaallasten, geëlimineerd. Na eliminatie van voornoemde posten zijn onze structurele baten hoger dan de structurele lasten waardoor onze begroting meerjarig ook structureel en reëel in evenwicht is.

In onderstaand overzicht staat het structureel begrotingssaldo.

Structureel begrotingssaldo x € 1.000

2021

2022

2023

2024

Saldo baten en lasten

44

-170

-161

111

Toevoegingen aan reserves
Onttrekkingen aan reserves

3.700
-4.748

0
-418

0
-100

0

Begrotingssaldo na bestemming

-1.004

-588

-261

111

Incidentele lasten

1.422

742

100

0

Incidentele baten

-324

-324

0

0

Structureel begrotingssaldo

94

-170

-161

111

Deze pagina is gebouwd op 11/11/2020 09:17:06 met de export van 11/11/2020 08:43:29